vrijdag, juni 02, 2006

Die tijd komt nooit meer terug

Gisterenmiddag ben ik bij mijn grootouders gaan eten. Mijn bompa had boterhamworst gebakken. Er stond een verse pot thee en verse confituur op tafel. Ik zie mijn grootouders minstens 3 keer per week en ik ga er ook 1 keer per week eten. We hebben dus een goede band en we doen niets liever dan herinneringen bovenhalen. Gisteren ging het over onze jaren in Mons (Ardennen).

Van mijn 7 tot 14 jaar ging ik elke zomervakantie voor 6 weken naar de Ardennen. Mijn ouders en grootouders wisselden elkaar af omdat wij een winkel hebben. Elk weekend waren zowel mijn ouders en grootouders in de Ardennen en dan deden we lange wandelingen en als afsluiter van de dag een heerlijke barbeque. Tijdens de 3 weken die ik met bomma en bompa in de Ardennen was, had ik de tijd van mijn leven. We maakten afspraken en een algemene planning voor de week. Zo deden we de ene dag een grote wandeling àls we de volgende dag naar het groot openlucht zwembad van Eupen gingen. 's Avonds aten we vaak mijn lievelingskostje en na het eten genoot ik nog even van de zonsondergang op de schoot van mijn opa. We speelden dan vaak, in het licht van citronella-kaarsen, memory en domino.

We gingen ook vaak picknicken. Mijn bompa stak dan een mand vol met lekkers: brie, droge salami, confituur en frans brood. We zochten een plekje uit in het bos en legden daar een groot deken. We aten en dronken en maakten veel plezier. We genoten van het zonnetje en elkaar gezelschap.

Die tijd komt nooit meer terug, zei mijn grootvader met tranen in zijn ogen.

Inderdaad bompa, inderdaad...

déjà-vis

Toen ik daarstraks het aquarium van mijn 7,5 jaar oude kermisgoudvis proper maakte, moest ik aan een situatie denken die ik vele jaren geleden meemaakte.

Een meisje van 6, met bruine krulletjes en 2 kwijtgespeelde voor(melk)tanden, bezoekt samen met haar ouders, tante, oom, nichtje en oma de braderij in Merksem. Overal zijn er kraampjes met snoep en speelgoed. Den Blokker heeft een grabbelton buitengezet. Een zee van ingepakt speelgoed waar je er 3 mag uitkiezen voor 50 frank. Meestal stelde het niet veel voor, maar af en toe had je geluk en had je een heuse steffi (de kloon van Barbie met plastieke benen die NIET kunnen plooien. Die van Barbie kunnen dat wél.).

Ze gaf haar Steffie een persoonlijk stemmetje toen haar aandacht getrokken werd door een groot bord. Daarop stond 'ALTIJD PRIJS'. Het meisje was oud genoeg om die twee woorden te verstaan. Ze liep naar haar moeder en vroeg haar 50 frank. Zonder aarzelen viste die het muntstuk uit haar handtas. Het meisje liep naar de kraam en begon eendjes te vissen. Eendjes in alle kleuren van de regenboog: blauw, rood, fucsia, geel, groen, ... Met alle sérieux die ze in haar kleine lijfje had, hield ze het hengeltje vast en probeerde de witte met blauwe bolletjes eend te pakken. GELUKT! Ze legt alle eendjes in haar mandje en geeft het af aan de meneer die achter de eendjesrivier staat. Die heeft al een plastiek zakje vast en geeft dat trots aan het meisje.

Vol verbazing kijkt het meisje naar de inhoud van het zakje. Het zit vol met water en er zwemmen twee visjes in. Een mooie zwarte en een échte goudvis. Ze zegent haar visjes met de meest originele namen die er in de vissenwereld bestaan: Quick en Flupke. Trots loopt het meisje naar haar moeder en laat de vangst zien. Mama, mama! Dit is Quick en dat is Flupke! Zijn ze niet lief? Breng ze meteen terug. Geen dieren meer had ik gezegd. Maar mama! Geen gemaar, terugbrengen. Met traantjes in haar ogen loopt het meisje richting eendjeskraam. Hier meneer, het mag niet van mijn mama. Weet je het zeker? Ondertussen trekt het meisje al een pruillipje en begint zacht te snikken. Ja, zeker, het mag niet. Ze krijgt in ruil voor Quick en Flupke 10 lelijke viltstiften. Dag Quick en Flupke, hopelijk komen jullie goed terecht.

Ouders kunnen toch zo wreed zijn...